Kaapstad steelt je hart. Haar ligging zo perfect, haar centrum zo bruisend en kosmopolitisch. Maar de stad heeft ook een donkere kant, een moeilijk verleden. Daar in duiken, verdiept je verblijf.
Geen stad ligt in een mooiere baai dan Kaapstad. De dramatiek van de ruim duizend meter hoge, platte Tafelberg, die uit het niets achter de wolkenkrabbers lijkt op te rijzen, is groot.
De berg isoleert het stadscentrum en het toeristische Waterfront van de achterliggende, armere wijken en townships. Alsof zij de littekens van de apartheidsgeschiedenis wil verbergen. Het lukt haar heel aardig.
Bo-kaap
Het centrum van Kaapstad, in de kom van de wat gekromde Tafelberg, is compact. Alle historische gebouwen liggen op loopafstand van elkaar. Het is een kosmopolitisch centrum vol fijne bars en restaurantjes in koloniale en moderne panden.
Bo-kaap is waarschijnlijk de meest gefotografeerde wijk van de stad. Tegen de helling van Signal hill lopen schattige klinkerstraatjes steil omhoog. Aan weerzijden staan oogverblindend groene, roze, gele en oranje huisjes.
De voorouders van de meeste inwoners kwamen ooit als gastarbeider naar de Kaap. Bo-kaap is daardoor een overwegend islamitische wijk. Je wordt er gewekt door de muezzin.
Long Street
Via Long Street, het uitgaanscentrum en backpackerswalhalla, loop je van Bo-kaap naar beneden de stadskom in. De Company Gardens, evenwijdig aan het parlementsgebouw, zijn verkoelend in de snikhete zomers. Grijze eekhoorns grissen brutaal het eten uit je handen als je uitrust in de schaduw.
De winters in Kaapstad zijn heel anders. Druilerig. Deprimerend. De beste tijd om de stad te bezoeken is tussen oktober en april. Dan geniet je optimaal van de prachtige stadstranden.
Jan van Riebeeck
De Company Gardens liggen op de plek waar de Nederlandse stichter van de Kaap, Jan van Riebeeck, in 1652 zijn moestuintje begon om zijn onderdanen te voeden.
Ook startte hij de bouw van Fort de Goede Hoop, een steenworp noordelijker. Dit verdedigingswerk staat er nog steeds. Schuin tegenover het neoklassieke oud-stadhuis.
De toren van dit vroegere bestuurcentrum is een verkleinde replica van de Big Ben in Londen. Gebouwd door de Engelsen die de Nederlanders in de achttiende eeuw uit de Kaap verdreven.
Nelson Mandela
Vanaf het balkon van dit vroegere stadhuis sprak Nelson Mandela ruim 100.000 dolgelukkige Zuid-Afrikanen toe na zijn vrijlating in 1990.
Mandela had 27 jaar lang vast gezeten op Robbeneiland wegens zijn verzet tegen het racistische apartheidsregime. Vier jaar later zou hij de eerste zwarte president van Zuid-Afrika worden.
De vreselijke geschiedenis van apartheid komt in Kaapstad nog het best naar voren in het District Six Museum achter het oud-stadhuis. Om de hoek bij de boom waar de Nederlanders ooit hun slaven verhandelden.
District Six
District Six was ooit een wijk waar alle huidskleuren en religies door elkaar leefden. Ze was beroemd om haar jazzscène.
In 1966 besloot apartheidsminister P.W Botha echter dat District Six een blanke wijk moest zijn. In de vijftien jaar daarop liet hij 60.000 niet-blanke inwoners deporteren naar de townships achter de Tafelberg. Huizen werden met de grond gelijk gemaakt.
Het museum vertelt de persoonlijke drama's die kleven aan deze wrede en zinloze volksverhuizing.
Het is een prachtige opmars voor een tour door de Kaapse townships aan de randen van de stad. Een must voor iedereen. Want de Tafelberg kan nog zo haar best doen, 'wat je niet ziet, bestaat niet' gaat ook in Kaapstad niet op. Al lijkt het daar aan het luxe Waterfront soms wel op.
Wat is er te doen in Kaapstad?
- Bezoek Robbeneiland, het gevangeniseiland waar Nelson Mandela negentien van zijn 27 jaar gevangenschap vastzat in een cel van maar een paar vierkante meter.
- Beklim de Tafelberg en zie Kaapstad ruim duizend meter lager prachtig in haar kom liggen.
- Drink rosé in het ultrahippe Camps Bay en geniet van de bloeimooie fotomodellen die langs de boulevard flaneren.
- Ga de markten op om te winkelen bij Woodstock.
- Geniet van de zon en de natuur in de Kirstenbosch National Botanical Gardens aan de achterzijde van de Tafelberg.
