Wie op de kaart kijkt, ziet dat Zambia omringd wordt door landen die haast synoniem zijn geworden voor het geweld dat Afrika al zo lang teistert. Behalve in Zambia, dat al sinds ver voor de koloniale bezetting een oase van rust en vrede is.
Zuidelijk Afrika was decennialang een brandhaard van burgeroorlogen en geweld. Door de explosieve koloniale erfenis van ongelijkheid, armoede en onderdrukking brak in veel Afrikaanse landen een gewapende strijd uit.
Oog van de orkaan
Tot voor kort vochten in Angola, Mozambique en Namibië guerrilla's een bittere strijd uit met regeringstroepen. In Zimbabwe zit de gevaarlijkste dictator van Afrika nog altijd op zijn troon. In Congo woedt het uitzichtloze geweld nog altijd voort. En ook Zuid-Afrika, het welvarendste land van Afrika, heeft pas relatief kort geleden een weg uit de duisternis van apartheid en terreur weten te vinden.
Maar Zambia lag in het oog van de orkaan, daar waar het rustig en windstil is. Een combinatie van atypische koloniale heersers en een soepel verlopen onafhankelijkheid zorgde ervoor dat de vredelievende volksaard van Zambia nooit werd besmet. Ondanks de grote problemen die het land te verwerken kreeg.
Vier Britten
Geheel tegen hun gewoonte in, regeerden de Britten in het toenmalige Noord-Rhodesie niet met de harde hand die zij in de rest van hun Afrikaanse kolonies hanteerden. Tijdens de koloniale periode werd het hele land bestuurd door slechts vierhonderd blanke Britten.
Dit kon alleen met instemming van het volk, dat via tribale adviesraden invloed had op het beleid. Het was in 1962 zelfs de gouverneur van Noord-Rhodesie die er bij de latere president Kenneth Kaunda op aandrong dat hij zich kandidaat zou stellen.
Alleenheerser
Kaunda regeerde van 1964 tot 1991. Hij was een absolute alleenheerser, maar opnieuw spotte Zambia met de wetten van de politiek. Kaunda veranderde na zijn verkiezing niet in een despoot, zoals zoveel Afrikaanse dictators. Onder zijn leiding kon Zambia bogen op een indrukwekkend onderwijsprogramma en hoge inkomsten uit de koperexport.
Maar toen de wereldwijde koperprijzen midden jaren zeventig kelderden, bleef het rustig in Zambia. De nationale schuld was torenhoog, maar een burgeroorlog was nooit aan de orde. Kaunda deed wat hij kon en de onvrede uitte zich nooit in geweld.
Zwitserland
Intussen brandde de wereld om Zambia heen. De regering van Khaunda steunde het ANC in Zuid-Afrika, de UNITA in Angola en de guerrillastrijders in Zimbabwe die tegen de blanke overheersing van hun land vochten. Grote stromen vluchtelingen trokken vanuit de buurlanden naar Zambia, die tegen hoge kosten voor hun opvang zorgde.
Zambia was dus allerminst een Afrikaans Zwitserland, dat zich neutraal hield en haar ogen sloot voor de worsteling van haar buren. Zelfs nadat Zuid-Afrika militaire acties in Zambia uitvoerde wisten de Zambianen het hoofd koel te houden.
Nationale toekomst
Haast zonder uitzondering zijn een economische crisis, oorlogvoerende buurlanden en een gestage stroom vluchtelingen een recept voor oorlog. Maar Zambianen kozen nooit voor geweld, maar bleven hard werken aan een betere nationale toekomst.
Het meeste wapengekletter in zuidelijk Afrika is inmiddels verstomd. Dubieuze regeringen zijn omver geworpen, met uitzondering van de hoogbejaarde Robert Mugabe in Zimbabwe. Nu kan Zambia in alle rust aan zichzelf denken.
Het blijft afwachten tot hoe hoog de bomen van Zambia reiken. Maar de economische situatie in Zambia is inmiddels hersteld: in 2010 noemde de Wereldbank Zambia een van de snelst evoluerende economieën ter wereld.