Santo Antão is het op één na grootste en meest bergachtige eiland van Kaapverdië. Misschien ook wel het mooiste. Wandelaars kunnen hun lol op in de diepe kloven, de groene valleien en hoge toppen. Met 779 vierkante kilometer is het eiland nog niet eens anderhalf keer zo groot als het Nederlandse Texel, maar toch kent Santo Antão meerdere klimaatzones.
Santo Antão is het meest westelijke eiland van de Kaapverdische eilanden en daarmee van heel Afrika.
Waarom Santo Antão?
Santo Antão staat bekend om zijn dramatische landschappen, variërend van weelderige valleien en steile bergkammen tot vruchtbare terrassen en indrukwekkende kliffen die uit de oceaan oprijzen. Wandelaars en natuurliefhebbers zullen genieten van de vele wandelpaden die door dit bergachtige terrein slingeren, terwijl de lokale cultuur en gastvrijheid de ervaring verrijken met traditionele gerechten en ambachten.
Hiken
Bergentoppen van bijna 2.000 meter hoog en basalten vulkaanhellingen die soms bijna loodrecht omhoog lopen, maken Santo Antão de plek waar je moet zijn als je wilt hiken op de Kaapverden.
Een klassieke klimtocht is die naar de adembenemende Ribeira Grande vallei. De tocht begint zeven kilometer ten zuidoosten van het gelijknamige stadje.
In het begin is de helling die je op loopt relatief vlak. Je passeert akkers en traditionele boerenhuisjes. Het laatste uur naar de top van bergrug is steil. Boven beloont een frisse bries echter al het puffen en zweten.
Groen
Santo Antão is een vruchtbaar eiland. Het regent er meer dan in de rest van de Kaapverdische archipel. Het is dan ook het groenste eiland van allen. Vooral in het noorden en in de dalen is het relatief nat.
Het midden van het eiland is bergachtig. De bergrug die het eiland opsplitst in een noord en zuidelijk deel is vooral koel. Het zuiden is warmer, lager en droger. Soms tegen het woestijnachtige aan.
Koffie en wijn
In de natte dalen van Santo Antão doen de landbouwers goede zaken. Wijn en koffie zijn de belangrijkste exportproducten, maar ook verbouwen boeren er suikerriet, banen, graan en mango's. De landbouw is samen met de visserij het fundament van de economie op het eiland.
De belangrijkste stad van het eiland is Ribeira Grande. Niets bijzonders eigenlijk, met uitzondering van het kleine, koloniale centrum. Ook al ligt het stadje spectaculair op een klif waartegen de golven van de Atlantische Oceaan kapot slaan.
Topo de Coroa
Santo Antão werd in 1462 voor het eerst aangedaan door de Portugees Diogo Afonso. Pas vanaf de zeventiende eeuw stroomde het eiland langzaam vol. Vooral met Portugezen en inwoners van de nabijgelegen eilanden Fogo en São Vicente.
De hoogste top van het eiland is de Topo de Coroa van 1.979 meter. Rond deze berg kun je, zoals in heel het middengedeelte van het eiland, prachtige bergtochten maken op de rug van een pony. Wil je liever lui op het strand liggen, dan moet je naar Tarrafal de Monte Trigo.
Grogue
Maar het is simpelweg zonde om alleen maar wat te luieren als je Santo Antão aandoet, bijvoorbeeld op een dagtrip vanaf het stadje Mindelo op buureiland São Vicente. De wandelingen zijn er te mooi om links te laten liggen.
Achter het stadje Paúl bijvoorbeeld loopt de prachtige Valé do Paúl wandelroute. Die neemt je mee dwars door bananenvelden en suikerriet naar het plaatsje Passagem, waar de Kaapverdische rum Grogue wordt gedestilleerd.
Uiteindelijk kom je, met een rode neus van de sterke drank, aan bij de Cova krater op 1.170 meter. Van daar ga je liftend weer terug naar je hotel.
Wat is er te doen in Santo Antão?
- Maak enkele wandeltochten door de ruige bergkam in het midden van het eiland. De Valé do Paúl en de Ribeira Grande Valley tochten zijn adembenemend.
- Kijk iets te diep in je grogue glaasje, de Kaapverdische rum die op het eiland wordt gedestilleerd.
- Maak een uitstapje naar Mindelo op buureiland São Vicente, als je daar niet al gelegerd bent en Santo Antão aandoet op een dagtrip.
- Bezoek de Cova krater (bijvoorbeeld via de Valé do Paúl), een niet meer werkzame vulkaan krater die nu bezaaid is met kleine boerderijtjes.
- Geniet in het idyllische stadje Paúl van de plaatselijke wijnen tijdens een eenvoudig maar heerlijk diner.