Banjul is één van de kleinste en slaperigste hoofdsteden ter wereld. Alleen op Albert Market komt zij plotseling tot leven. Verder voltrekt het Afrikaanse leven zich traag in Gambia. Op reis is dat uiteraard heerlijk.
Albert Market
Het is een wirwar van smalle doorgangen. Fruit ligt opgestapeld naast rauw vlees en gedroogde vis. Nep-Rolexen liggen er naast merken die vooral op de lachspieren werken: Fillips gloeilampen en ePod muziekspelers.
De hectiek van Albert Market staat in schril contrast met het verder zo slaperige karakter van Banjul. De hoofdstad in het noordwesten van Gambia telt 35.000 zielen. Banjul ligt aan de monding van de rivier die het land zijn naam leende.
Kleine hoofdstad
Er zijn waarschijnlijk maar weinig hoofdsteden ter wereld die zo dorps aandoen als Banjul. De straten van het schiereilandje waarop de stad ligt, zijn verstopt onder een laag zand. Mensen sloffen traag over straat. Zelfs auto's rijden er langzamer dan elders.
Het stadje lijkt je voortdurend in slaap te wiegen. Geen moment heb je het gevoel dat je door een regeringscentrum loopt. Banjul is dan ook één van de kleinste hoofdsteden van Afrika. En bovendien de hoofdstad van het kleinste Afrikaanse land.
Britse kolonie
De Brit Alexander Grant stichtte Banjul in 1816. Hij deed dat op de plek waar de Gambia rivier in de Atlantische Oceaan stroomt. Op de zuidoever. De rivier was erg strategisch gelegen voor de handel met de binnenlanden van Afrika.
Gambia was in die tijd een Britse kolonie. In de zestiende eeuw stond de smalle strook land, niet meer dan de twee oevers van de gelijknamige rivier, onder bewind van de Portugezen. Die handelden er in slaven, ivoor en goud.
Tweede Wereldoorlog
De Portugees António de Crato verkocht Gambia aan het Britse koninkrijk. De Engelsen bleven het gebied in West-Afrika vanuit Banjul controleren tot de onafhankelijkheid in 1965. Banjul bleef ook de hoofdstad van het gedekoloniseerde Gambia.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog vierde Banjul haar hoogtijdagen. Tijdens die oorlog was de stad een belangrijke verversingsplaats voor Amerikaanse gevechtsvliegtuigen op weg naar Birma om daar te vechten tegen de Japan.
Oosterse bazaar
Banjul is vandaag de dag vooral een havenstadje. Het is niet eens de grootste plaats van Gambia. Serekunda, een paar kilometer ten zuiden, telt meer inwoners en oogt ook een stuk hectischer.
Alleen Albert Market onderscheidt zich in Banjul als een knooppunt van stadse activiteit. Doordat de markt deels overdekt is, heb je soms het gevoel dat je op een Oosterse bazaar loopt.
Arch 22
Het mooiste uitzicht over het kabbelende Banjul heb je vanaf de Arch 22, pal naast de belangrijkste regeringsgebouwen. Het is een werkelijk afzichtelijke triomfboog, die in 1994 verrees ter ere van de militaire coup die de huidige Gambiaanse president in het zadel hielp.
Zijn pompeusheid is lachwekkend in het zeer bescheiden hoofdstadje. Maar juist door zijn omvang torent de boog wel mooi boven de rest van het schiereilandje uit.
Veerboot
Banjul is boven alles een knooppunt. Het is de plek die de noord en zuidoever van de Gambia verbindt. De veerpont uit Barra aan de overkant van de rivier komt en gaat een paar keer per dag. Het laden en lossen van de pont is zo'n beetje het hoogtepunt van de dag in de Gambiaanse hoofdstad.
Wat is er te doen in Banjul?
- Train je afdingkunsten op de Albert Market en kom met een paar mooie souvenirs thuis.
- Vergaap je aan de misplaatste en bombastische arrogantie van de Arch 22 overwinningsboog en geniet van het uitzicht.
- Laat je een rondleiding geven door het Royal Victoria Teaching Hospital dat niet alleen het belangrijkste ziekenhuis van Gambia is, maar ook een bijzonder complex van gebouwen uit zowel negentiende eeuw als uit onze moderne tijd.
- Een bezoek aan de St. Joseph Adult Education and Skills Centre is een visite aan een weggemoffeld Portugees gebouwtje waar al twintig jaar lang gehandicapte vrouwen worden onderwezen. Je kunt er prachtig handwerk van diezelfde vrouwen kopen.
- De oude stad of Old Town is een wat warrige en slecht onderhouden melange van koloniale gebouwen en huizen in Krio-stijl, die doen denken aan het centrum van hoofdstad Freetown in Sierra Leone, waar veel inwoners van Banjul vandaan komen.